Monk zit op een bijzondere plek, in een pand met een rijke geschiedenis. Niet alles ervan is bekend, maar dat dit een speciaal stukje Groningen is, daar twijfelt niemand aan. Ga mee in de historie van een straathoek waar ooit een middeleeuws koopmanshuis stond, dat werd omgebouwd tot een karakteristiek dubbelpand. Met een donkere kelder waar dingen gebeurden die het daglicht niet verdragen konden. Een pand waar je tot op de dag van vandaag de geschiedenis ziet, ruikt en voelt.
Het is juni 1870, de zomer is net begonnen. Voor de Akerk ratelen de houten wielen van een handkar over de keien. Een man loopt met een grote stapel lappen op zijn schouder de stoffenwinkel aan het Akerkhof uit. Twee jongetjes gooien steentjes naar een wegvluchtende kip.
Vanaf de Korenbeurs trekt een paard een krakende kar met zakken graan richting de Westerhaven. Een deftig geklede vrouw wandelt arm in arm met haar moeder de schoenenwinkel binnen. Drie nonnen schuifelen met gebogen hoofd richting de Vismarkt.
Op de hoek van het Akerkhof en de Akerkstraat zit horlogemaker Middendorp met zijn schoonzoon, hoedenmaker School, in de zon op een stenen trapje voor het hoekpand. Ze hebben een wit schort voor en roken een pijp. Middendorp en School delen het pandje op nummer 31 en hebben er allebei een klein winkeltje.
In een rond erkertje hangen metalen zakhorloges, het is de etalage van Middendorp. Achter de winkel zitten slaapkamers, en boven de winkel is een woonhuis. Het pandje op nummer 33 zit aan nummer 31 vast en is een exacte kopie ervan. Het zijn Siamese tweelinghuisjes.
Via een stenen trapje, rechts van de ingang, kun je afdalen naar de kelder die onder nummer 31 zit. In de donkere ruimte, die al honderden jaren oud is, zit het café van Brouwer. De kroeg is berucht vanwege de vele ruzies en vechtpartijen die er plaatsvinden. ‘Koffie, bier & sterke dranken‘ staat op het bord dat boven de ingang hangt. Maar als je naar binnen gaat krijg je er gratis een portie dronkenlappen, criminelen en dames van lichte zeden bij.
Als je de donkere kelder binnengaat krijg je bij je biertje of kop koffie gratis een portie dronkenlappen, criminelen en dames van lichte zeden
Middeleeuws huis vol mysterie
Op de plek van het dubbele pand aan Akerkhof 31 en 33 stond in de Middeleeuwen een indrukwekkend gotisch gebouw. Het was groot, had dikke muren en een trapgevel. Waarschijnlijk was het een van de eerste steenhuizen van Groningen.
Stenen waren in die tijd peperduur, dus alleen met een flinke portemonnee kon je er een huis mee laten bouwen. Koopman Harmen Hopper, een van de rijkste stadsburgers uit de 15e eeuw, woonde met zijn vrouw Lamme Huinge op de hoek van het Akerkhof. Maar verder is er weinig bekend over dit bijzondere huis.
Er zijn verhalen van ondergrondse tunnels, aangelegd in de Middeleeuwen om te kunnen vluchten als de stad aangevallen werd. Vanuit de kelder van dit huis zou ooit toegang tot zo’n tunnel geweest zijn, je kon vanuit daar onder de grond richting de Abrug. Als je nu in de kelder staat, die voor een groot deel nog intact is, zie je in een hoek een deur. Wat zit erachter? Zou je vanuit daar in dat gangenstelstel komen?
Zo’n driehonderd jaar later, aan het eind van de 18e eeuw, werd het grote huis gesplitst in twee kleinere winkelwoningen. Waarschijnljk omdat het de eigenaren financieel meer opleverde. Sindsdien zie je op deze plek twee bijna identieke pandjes, allebei met een zadeldak en een puntgevel.
Rond 1900 kreeg het linker huisje, nummer 33, witte speklagen van stucwerk op de gevel. Toch zie je nog altijd goed dat de pandjes bij elkaar horen. Aan de zijkant van nummer 31, in de Akerkstraat, staat nog een deel van de oorspronkelijke muur van het middeleeuwse huis overeind. Studenten kwakken er elke dag nietsvermoedend hun gammele fietsen tegenaan, niet beseffend dat ze daarmee steeds een klein stukje geschiedenis kapotmaken.



Booming business
In 1916 vertrekt de laatste horlogemaker, de opvolger van Middendorp, uit het pand op nummer 31. ‘Finale uitverkoop’, staat met grote letters op een bord dat hij voor het raam gehangen heeft. Het café in de kelder is dan al verhuisd naar nummer 33. De toekomst van het pandje neemt dat jaar een andere wending.
Akerkhof 31 wordt grondig verbouwd. Het trapje naar de kelder verdwijnt en de winkel krijgt een mooie nieuwe pui met hout en glas-in-lood. De ingang komt op de hoek. Cornelis Horn opent in de verbouwde winkel een tabakszaak, in die tijd nog sigarenmagazijn genoemd.
Omdat de tabaksindustrie booming business is, gaan de zaken direct goed. Zo goed dat Horn in 1924 het pand kan kopen van de rijke familie waar hij het van huurde. Hij runt er daarna nog een paar decennia met succes zijn winkel.
Bijna een eeuw in de familie
Cees Horn is de kleinzoon van Cornelis Horn. Hij is bijna 80 en woont sinds kort in een verzorgingstehuis. Zijn zicht en gehoor zijn flink achteruitgegaan. Maar zijn hoofd zit nog vol herinneringen aan Akerkhof 31, het pand waaraan hij als kind al gehecht raakte.
Cees groeit op in Gelderland, zijn opa en oma wonen in Groningen. Hoewel hun winkel aan het Akerkhof zit, wonen ze zelf op een andere plek in de stad. Na het overlijden van zijn oma logeert Cees, als hij een weekend in Groningen is, niet bij zijn opa maar bij een winkelmedewerker die boven de tabakszaak woont. Hij noemt haar ‘oma Tiet’. Tijdens die weekenden wordt ‘het huis boven de winkel’ steeds meer de plek waar hij zich thuisvoelt.
In 1978 wordt Cees, die dan 36 is, zelf de eigenaar van het pand. Het huis is intussen aangewezen als rijksmonument. Op dat moment zit beneden nog altijd een tabakszaak, gerund door Gerardus Ennes. Maar het is vooral de woning boven de winkel waaraan Cees zijn hart verliest. Met zijn vrouw en kinderen trekt hij er vaak naartoe. En nadat zijn vrouw overleden is, zit hij er bijna elk weekend. Met zijn voeten over de vensterbank kijkt hij uit het raam naar de drukte op straat.
‘Ik zat op de uitkijk en kon ongegeneerd mensen bekijken’, zegt Cees met een glimlach. Hij zit in zijn kamer in het verzorgingstehuis in een zachte blauwe fauteuil, dezelfde als waarin hij boven de winkel altijd voor het raam zat. ‘Het mooie was dat niemand omhoog keek. Dus ik kon kijken wat ik wou.’ In de avond, als de bomen voor de Akerk verlicht worden, verandert het uitzicht in een haast magisch schouwspel.
Door de jaren heen vraagt zijn familie zich regelmatig plagend af wat Cees toch met dat oude pand moet. Het mag dan een monument zijn, maar het dak lekt, het is er koud en al met al verre van comfortabel. Maar Cees houdt van het huis en is er gelukkig. Tot december 2021, als hij verhuist naar het verzorgingshuis, is het zijn toevluchtsoord. Het is dan bijna honderd jaar geleden dat zijn opa het pand kocht.
'Ik zat op de uitkijk en kon ongegeneerd mensen bekijken'
‘Deze plek moet kwaliteit uitstralen’
Tot 2015 hebben verschillende uitbaters een tabakszaak aan Akerkhof 31. Door de jaren heen blijven altijd het originele houten interieur en de mooie winkelpui intact. Op de toonbank staan doosjes sigaren, pakjes shag, aanstekers, snoep, krasloten en kranten. Maar als steeds meer mensen hun sigaretten in de supermarkt kopen en tegelijkertijd het aantal rokers afneemt, is het voorbij. De tabakswinkel moet sluiten. Van 2017 tot 2021 zit wolwinkel Juffrouw Lanterfant op de hoek van het Akerkhof, maar ook die zaak redt het niet.
Nu, in het voorjaar van 2022, breekt een nieuw hoofdstuk aan. De lange geschiedenis van Akerkhof 31 krijgt een vers, goudbruin laagje. Je vindt hier nu het mooiste whisky-assortiment van Groningen, en kunt je ondertussen vergapen aan een pand vol historie.
In de kamer van Cees in het verzorgingstehuis staat een kastje dat van oma Tiet geweest is. Het stond meer dan een halve eeuw in het huis boven de winkel. Als je het deurtje opendoet, knarst het scharnier. Zo gauw Cees dat geluid hoort, staat hij weer als jongetje van elf aan het Akerkhof. Hij kent het pand als zijn broekzak, elke vierkante centimeter zit opgeslagen in zijn systeem. Daarom doet het pijn dat hij het na meer dan veertig jaar heeft moeten verlaten. Hij mist het nog iedere dag.
De kinderen van Cees nemen het stokje over en zullen er de komende decennia alles aan doen om het pandje in stand te houden. Cees zelf is blij met de nieuwe invulling die het nu gekregen heeft. Tegenover alle winkels die zich vooral op kwantiteit en lage prijzen richten, kom je hier voor een product waar je de tijd voor moet nemen. Dat bevalt hem wel.
‘Je wilt graag naar een winkel toe waar je vertrouwen in hebt’, zegt Cees. ‘Je wilt zeker weten dat je een goed product koopt. Voor mij is dat in dit pand altijd zo geweest: je kon er terecht voor kwaliteit. Een winkel met goedkope spullen zou ik er ook niet in willen. Er moet iets verkocht worden wat de moeite waard is. Deze plek moet kwaliteit uitstralen.’
Veelgestelde vragen
-
Hoe plaats ik een bestelling bij Monk?
Heb je een mooie fles whisky gevonden? Voeg deze toe aan je winkelwagen. Druk daarna op afrekenen. Vul je persoons- of bedrijfsgegevens in. Ook is het mogelijk om een account aan te maken. Zo hoef je je gegevens in de toekomst niet nogmaals in te vullen. Selecteer na het invullen van je gegevens de gewenste betaalmethode. Lees en accepteer de algemene voorwaarden en betaal het product. Na betaling is je bestelling afgerond. Hiervan ontvang je de orderbevestiging per mail.
-
Tot hoe laat kan ik een bestelling plaatsen?
Je kan 24/7 op onze website bestellingen plaatsen. Heb je voor 16:00 een fles whisky besteld? Dan ligt deze dezelfde dag nog voor je klaar in onze winkel of wordt die tussen 1-3 werkdagen bezorgd.
-
Uit welke bezorgopties kan ik kiezen?
Zodra jouw bestelling is geplaatst, gaan we achter de schermen aan de slag. Daarbij maakt Monk gebruik PostNL als bezorgdienst. Je kan er ook voor kiezen om je bestelling te laten leveren bij een PostNL ophaalpunt.
-
Ontvang ik de fles(sen) in hun originele verpakking?
Ja, je ontvangt de flessen in bijna alle gevallen in originele verpakking. Wanneer dit niet het geval is, dan zullen we je hiervan op de hoogte brengen.